Manuscript Koninklijke Bibliotheek Den Haag
 

 

Dag Vier

Wat vertelt de afbeelding ons?

We zijn terug bij de Middeleeuwen. Wat we zien is een primitieve vertolking van een paragraaf uit het verrijzenisverhaal van Matteus:
En zie, daar kwam Jezus haar tegen en sprak: ‘Wees gegroet. Ze kwamen nader, omklemden zijn voeten en aanbaden Hem.
Nu sprak Jezus tot haar: ‘Vreest niet; gaat, en boodschapt mijn broeders dat ze naar Galilea moeten gaan; daar zullen ze Mij zien’(Mt. 28:9-1).

Jezus draagt hier een wereldbol in zijn handen; dat heb ik nooit elders gezien.

Overweging

De boodschap lijkt duidelijk: Niet bang zijn, maar aan de Twaalf en de anderen gaan zeggen wat ze moeten doen, naar Galilea gaan, waar ze Hem zullen zien.
Maar was Hij dan niet van plan de leerlingen diezelfde dag nog op te zoeken? Dan zouden ze Hem toch al zien, daar in Jeruzalem? Wat betekent dat gaan naar Galilea dan om Hem te kunnen zien?
Het is Matteus die aan het woord is in dit geloofsverhaal. Het is zijn vaste overtuiging dat Christus’ leerlingen Hem ‘zien’, elke keer als ze een mens bijstaan (Mt. 25:31-40). Maar kennelijk heeft Jezus die middag nog een afspraak met hen gemaakt betreffende Galilea. Daar gaan ze uiteindelijk ook heen en zullen ze Hem telkens weer ontmoeten. Daar worden ze gezonden met een opdracht die heel de aarde inhoudt. Heeft de schilder die wereldbol om deze reden in de handen gelegd van de Verrezen Heer?